Ik ben net terug van mijn rondje molen. Ieder die mij op Facebook volgt, weet dat ik ’s ochtends graag mijn rondje molen loop. Of een rondje boomgaard. Of ik loop naar het volgende dorp en weer terug. Stuk voor stuk schitterende routes langs een pittoresk riviertje, door prachtige boomgaarden en langs de malende molen. Rondjes van zo’n 3 tot 5 kilometer. Dat lijkt niet veel, maar later op de dag plak ik er vaak nog wat kortere rondjes aan en met een gemiddelde afstand van 5 kilometer per dag loop ik stiekem toch heel wat af. Daar hoef ik niet voor naar de sportschool. Sterker nog, mijn rondjes door de frisse buitenlucht zijn goed voor hart en ziel. Het sterkt het lijf en leegt het hoofd. Precies waar ik behoefte aan heb zo op de vroege morgen.
Bijzonder zijn mijn rondjes ook. Zo leer ik best veel. Ik weet nu bijvoorbeeld dat kleine sprinkhaantjes (zo klein, je kunt ze eigenlijk met goed fatsoen geen sprinkhaan noemen) zo hoog kunnen springen, dat ze in één sprong van het asfalt op een hoge honden rug zitten. Ik zie hoe vader en moeder meerkoet hun kroost opvoeden. Hoe bomen hun nieuwe bladeren krijgen en hoe fruit groeit. Het blijft verbazingwekkend hoe die kleine fruitbomen in de winter zo kaal en troosteloos kunnen ogen maar een volgende zomer toch weer volhangen met prachtige vruchten. Dat gaat gewoon door, er zijn dingen die blijven, gelukkig maar. Toon Hermans schreef het al eens: ‘al wat sterft zal bloeien’. Daar houd ik mij dan maar aan vast.
Tijdens mijn rondje van de dag loop ik door een iets begroeider gedeelte. Een hoge boom kraakt flink in de wind. Het is een overblijfsel van de storm van vorige week. Hij heeft het zwaar te verduren gehad en dan mag je best even kreunen. Dat doe ik af en toe ook. De wilg aan het water heeft minder geluk gehad. De storm heeft hem een heel deel ontnomen. Arme Wilg. Ik weet hoe dat voelt. Anderszins straalt de zon vandaag aan de hemel en dus plak ik een rondje boomgaard aan mijn rondje molen want van zulke dagen moet je gewoon genieten. Op de dijk heb ik overigens bijna dagelijks hele bijzondere ontmoetingen met mensen van diverse pluimage. Zo is er de oudere dame die elke dag een ‘stief’ rondje van 10 kilometer loopt, meestal in gezelschap van haar dochter. Bij slecht weer wil dochter nog wel eens afhaken, maar moeder stapt stevig door met een soort vastberadenheid waar je gewoon ontzag voor moet hebben. Diep in de tachtig is moeder en je zou haar geen dag over de 73 schatten. Het wandelen houdt haar jong en fief zegt ze en ze heeft nog gelijk ook!
De dagtoeristen die vier rijen dik over de dijk racen met fietstassen gevuld met thermoskannen en ‘bammetjes’, hebben voor niets of niemand oog. Met zeker 20 kilometer per uur scheuren ze alle schoonheid voorbij om aan het einde van hun 80 kilometer rit het hele lijstje af te kunnen vinken; ‘zo, dat hebben we ook weer gezien’. Ze denken dat ze de dijk bezitten en in hun haastige spoed rijden ze luid bellend het dappere heertje met zijn rollator bijna de berm in. Een fraaie afspiegeling van de maatschappij.
Het dappere heertje kom ik overigens ook elke dag tegen. Heel moedig loopt hij elke dag een rondje van 3 kilometer. Hij moet wel, zo vertelt hij. Hij is nog maar alleen en wil voor zichzelf kunnen blijven zorgen. Diep respect groeit in mij en tegelijkertijd voel ik de impact van wat hij zegt tot diep in mijn ziel. Meestal praten we over het weer, maar vandaag heeft ons gesprek wat meer diepgang. Hij vertelt mij wat over zijn leven en ik beaam dat het leven soms zwaar is. Dat begrijpt hij niet. Ik ben veel te jong om te denken dat het leven soms zwaar is. Dus ik vertel hem wat over mijn leven en hij beaamt dat het leven inderdaad soms zwaar is. Dapper Heertje heeft een mooi leven gehad, vertelt hij en daar kan hij op terug kijken. De herinneringen houden hem op de been. Ik geloof het direct. Het is pas wanneer je herinneringen je ontnomen worden, dat het leven echt ondraaglijk wordt. Ook dat mag ik helaas van dichtbij meemaken.
Na stiekem toch wel ruim 4 kilometer vandaag, is mijn hoofd leeg en tegelijkertijd gevuld met inspiratie. Ook mijn buikje voelt leeg en dus pak ik het heerlijke vers gebakken brood van gisterenavond. Brood dat gevuld is met feta en cherry trostomaatjes en even is het leven weer een feest. Ik kan het niet helpen; eten speelt een belangrijke rol in mijn leven. Waar zou ik zijn zonder mijn kook- en bakdrift? Ik grap ‘drift’ maar sommigen noemen dit bloedserieus. Die maken zich ernstig zorgen over het aantal uurtjes dat ik in mijn keuken doorbreng. Die begrijpen niet dat ik in het koken en bakken werkelijk alles kwijt kan. Mijn ideeën, mijn inspiratie, mijn emoties, mijn energie. Naast mijn ‘rondjes’ is dit één van de weinige dingen die meer energie opleveren dan dat het kost.
De échte loempia © Larisse |
Toegegeven, ook ik heb wel eens geen zin om te koken. Klinkt misschien vreemd, maar echt, ook ik heb wel eens mijn dag niet. En ook ik haal dan wel eens Chinees. Tot grote verbijstering van een andere afhaler laatst. Terwijl hij op zijn Foe Yong Hai wachtte, las hij een tijdschrift uit een oude leesmap en daar stond een artikel over mij in. Zeer verontwaardigd sprak de man mij aan: ‘ik lees hier net dat u altijd alles zelf maakt en nu haalt u ook gewoon Chinees!’ Vreemd. Ik was opeens een beetje minder mens, terwijl ik mij zelf toch juist een beetje ‘gewoner’ voelde door ook eens Chinees te halen bij ons overigens ‘helemaal niet slechte Chinese restaurant met ontzettend aardige eigenaar’. Bij Meneer scoorde ik in elk geval geen punten. Bij manlief gelukkig wel. Die weet wel raad met een Chinees maaltje op zijn tijd.
Nu moet ik wel zeggen dat ik inderdaad liever alles zelf maak. Ik heb toch altijd wel een klein schuldgevoel na het ‘afhalen’. Toen ik dus eerder deze week weer eens geen zin had en toch mijn koelkast met verse groenten had gevuld, besloot ik de afhaal Chinees gewoon maar thuis te maken. Op de rommelmarkt heb ik immers laatst twee boekjes gevonden van een leverancier die de Oosterse keuken bij u thuis brengt. Het ene boekje is een vrij recente uitgave en vertelt hoe u met marinademix a. en boemboe b., allemaal kant-en-klaar in uw supermarkt te verkrijgen, toch een ‘authentieke’ rijsttafel kunt serveren, in een handomdraai nog wel. Maakt al dat slowcooking en uren marineren volkomen overbodig. Het andere boekje van idem leverancier, is al behoorlijk wat decennia oud. Daarin staat precies uitgelegd hoe u de Chinese of Indische keuken volledig zelf maakt. Men hoopt dan natuurlijk wel dat u de sambal, kroepoek en gebakken uitjes van merk C. koopt. Kijk, dat boekje, daar kan ik wat mee!
Loempia vulling © |
Met een koelkast barstensvol groenten en een Chinese trek, besluit ik zo’n echte Chinese loempia te maken. Je weet wel, zo’n grote. De vulling is snel gemaakt van ragfijn gesneden witte kool, champignons en prei, taugé (ja, het mag weer!) en ham reepjes. Ik roerbak het en breng het op smaak met een beetje trassie, sambal en ketjap en verse selderij. Het is inderdaad wel handig om het af te laten koelen alvorens straks de loempiavellen te vullen.
Het recept voor het beslag slaat echter nergens op. Wanneer ik stap voor stap het recept volg, lijkt mijn beslag in de verste verte niet op het vloeibare mengsel uit het boekje, maar is het één bonk deeg waar ik zo een brood van zou kunnen bakken. Dat gaan we dus anders doen! Met een beetje culinair inzicht en een dosis ervaring, maak je zelf gemakkelijk een behoorlijk beslag, maar ontbreekt het je aan beide, dan ben je wel enigszins aan de goden overgeleverd. De Chinese goden in dit geval.
Van het beslag bak ik in een zeer licht ingevette koekenpan snel dunne flensjes. Voor het invetten gebruik ik overigens arachide olie, maar maïskiem of zonnebloem kan natuurlijk ook. Vervolgens kun je met het vullen beginnen. Schep twee eetlepels vulling op het loempiavel, klap de zijkanten over de vulling en rol hem dan op. Een beetje als een sigaar en niet heel anders in werkwijze dan de dolma’s van vorige week. Wanneer alle loempia’s gevuld zijn, frituur je ze nog even kort in een klein laagje arachide olie (1,5 – 2 cm is voldoende). Wel even goed omdraaien, je wilt alle kanten krokant hebben. Even laten uitlekken op een keukenpapiertje en smullen maar! Natuurlijk kun je ze serveren met een ketjap- of chilisausje, maar echt nodig is het niet.
Gerolde loempia's © |
Een mooi beslag voor loempiavellen maak je van:*
200 gram bloem
50 gram maïzena
snufje zout
2 eieren, geklutst
voldoende water, in elk geval heel wat meer dan de aanbevolen 6 eetlepels. Schenk gewoon steeds wat water bij, totdat je beslag de dikte heeft van pannenkoekenbeslag. Het mengen en kloppen doe je met de garde. Ik gebruik anderhalve juslepel beslag per loempiavel.
200 gram bloem
50 gram maïzena
snufje zout
2 eieren, geklutst
voldoende water, in elk geval heel wat meer dan de aanbevolen 6 eetlepels. Schenk gewoon steeds wat water bij, totdat je beslag de dikte heeft van pannenkoekenbeslag. Het mengen en kloppen doe je met de garde. Ik gebruik anderhalve juslepel beslag per loempiavel.
Het water loopt mij weer in de mond. Helaas eet ik vanavond alleen en dus wordt het de bietensoep van gisterenavond met mijn tomaten-fetabrood. Ook geen straf! Hondlief knaagt inmiddels tevreden op een konijnenoortje. Ook zijn buikje was leeg na ons rondje vanmorgen en zo’n oortje versnoept hij maar wat graag. Gewoon kant en klaar uit de hondenwinkel. Verschil moet er wezen!
*Dit recept is koemelkeiwit- en lactosevrij!Geniet!
Culinaire groet,
x Larisse
Ps: excuses voor de slechte foto's. Deze zijn nog met een hele oude camera gemaakt ;-)
*** Super leuk als je van mijn blogs geniet! Maar vergeet niet: op alle teksten, recepten, culitips en beelden berust auteursrecht en is merkrechtbescherming Larisse® van toepassing! Wil je naar een recept, tip of beeld verwijzen, vraag het dan even! ***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten