Ik kende eens mensen, vrienden zo je wilt, dol op lekker eten. Van het type dat zichzelf graag te eten uitnodigt, maar tegelijkertijd niet te beroerd is om de wijn mee te nemen. Dat dan weer wel. De pannen bleven ze echter bij voorkeur ver uit de weg, tenzij er natuurlijk iets te proeven viel. Want smullen, dat konden ze! Koken daarentegen, dat is een heel ander verhaal. Dat konden ze niet. En als ik zeg niet, dan bedoel ik echt N I E T.
Wat aten zij dan eigenlijk? Bij voorkeur datgene wat een ander hen voorschotelde, hetzij thuis, hetzij uit. Kieskeurig waren ze daarin niet. Nu is het natuurlijk zo dat wanneer je je zelf graag als gast ziet bij anderen, je er niet aan ontkomt, de ander zo af en toe ook eens terug te vragen. Tenminste, als je zelf ook welkom wilt blijven. Nu ja, dat deden ze dan ook zo af en toe en daar verloren ze nachten slaap over, want wat moesten ze dan maken? Vaak werd het een ratatouille van toastjes en zoutjes allerlei, eventueel aangevuld met een kommetje bliksoep, heel avontuurlijk verrijkt met verse peterselie. Dit alles natuurlijk onder het genot van een smakelijk glaasje druivensap uit een goed jaar. Want hoe meer je van dat Goddelijke vocht toebedeeld kreeg, hoe beter alles smaakte. Je werd er vanzelf ook minder kieskeurig door.
Op een dag klonk er een luid EUREKA uit het huis der vrienden, want in de supermarkt had men een ware schat gevonden. Een fantastisch product, in tal van variaties, waarmee ze de dagelijkse maaltijd telkens net weer even anders konden maken. En gemakkelijk, van het soort ‘zo klaar en genieten maar’. Weg gingen de goede flessen wijn, de kasten vulden zich met potten saus en van nu af aan werd de hele vriendenkring bedolven onder potten van dit briljante spul. Nog beter: het bracht een heuse ommekeer teweeg: voortaan werden etentjes ook in hun huis gehouden waarbij er dan ook nog daadwerkelijk werd gekookt door gastheer en gastvrouw. Toastjes en zoutjes maakten plaats voor een gevleugeld gerecht en elk etentje kreeg een eigen smaak. Met variaties als ‘kerrie’, ‘tandoori’ en ‘saté’ werd maar eens temeer bewezen dat een doodgewone kipfilet zonder enige twijfel het meest veelzijdige stukje vlees is.
De bereiding, voor wie het water inmiddels in de mond loopt, is simpel. Koop in de winkel een pot van het kippenspul. Kies een smaak die je bevalt. Koop daarbij wat kip (volg voor de hoeveelheden de aanwijzingen op de verpakking). Nu we toch gemakkelijk doen, kun je net zo goed voor de voorgesneden variant kiezen, dat spaart tijd. Groente zit meestal al in de saus, maar wie zich avontuurlijk voelt, kan er natuurlijk wat boontjes of iets dergelijks bij koken. En wel ja, gewoon ook uit pot of blik, kan jou het schelen! Voeg daar nog wat (snelkook) rijst aan toe en je hebt een complete maaltijd. En voor de ‘gemakzuchtigen’ onder ons, die rijst heb je tegenwoordig ook in handige 1-minuut verpakkingen, gewoon voor de magnetron.
De kipblokjes bak je even om en om gaar in de pan, bij voorkeur in olijfolie (ergens willen we wel een beetje kwaliteit natuurlijk). Blijf voortdurend roeren en zing ondertussen het bijpassende liedje ‘vanavond heb ik zin in kip, vanavond heb ik zin in kip’, dat je de komende dagen niet meer uit je hoofd krijgt. Geeft niets, want morgen maak je gewoon een andere smaak en ook dan zing je luidkeels.
Als de kipblokjes gaar zijn, voeg je de saus toe en deze laat je nog even mee warmen, maar niet koken, tot je rijst en je bonen klaar zijn. Et voilá, het eten is klaar. Kind kan de was doen.
Wil je nu precies weten hoe je dit briljante gerecht maakt, haal dan even zo’n pot in de supermarkt en volg de aanwijzingen op de verpakking. Mensen met een gluten, selderij, soja, kippenei, melk, pinda en/of mosterd overgevoeligheid dienen met sommige smaken voorzichtig te zijn. Mensen met een kipovergevoeligheid overigens ook. Uitgebreide allergie informatie is te vinden op de website van de fabrikant.
Ik moet eerlijk bekennen, ik heb het nog nooit gemaakt. Persoonlijk verhef ik de kip bij voorkeur naar culinaire hoogten. Ook bereid ik haar graag in haar volledigheid, het lekkerste vlees zit immers het dichtst bij het bot. Nu had ik laatst zo’n heerlijk kippetje gekocht en was vast van plan deze buiten te grillen. Helaas werkte het weer niet mee en bleef het maar regenen met pijpenstelen. Geen buiten grillweer dus. Natuurlijk heb ik talloze recepten van kip bereid in de Römertopf tot in de braadslee, maar ach, die ga ik de hele winter nog maken. ‘Wat zou Julia Child doen met een kippetje’, zo vroeg ik mij af. Het immens dikke boek met zwarte stoffen kaft (eerste druk) lonkte naar mij vanuit de boekenkast. Nu is het zeer zeker niet mijn intentie om in de voetsporen van Julie te treden en hier elk recept van Julia Child na te maken (zie de film Julie & Julia), maar één receptje kan geen kwaad. Toch?
Blije kip © |
Indrukwekkend als het boek is, zo lastig is het tegelijkertijd om te lezen. De receptuur verdient echt driemaal mijn aandacht tot het tot mij doordringt wat er staat. Is dit alles? Ik onderdruk een kleine teleurstelling. Ik zag mij reeds flamberen, deglaceren, blancheren, canneleren en larderen, maar in plaats daarvan mag ik de kip aan de binnen- én buitenzijde insmeren met boter en een beetje zout. Ik ben bijna gedesillusioneerd, maar ga met goede moed aan de slag want wie a zegt moet ook b zeggen en dus volg ik het recept op de voet. Boter, zout, heel veel aandacht en liefde en een voorverwamde oven van 220°C. Tja, van heel veel aandacht en liefde worden we allemaal beter natuurlijk. Van romige boter van goede kwaliteit overigens ook. Aan aandacht en liefde ontbreekt het mijn kippetje de komende anderhalf tot twee uur dus geenszins. Ik keer en bedruip, keer en bedruip, keer en bedruip, eerst elke 5 minuten, daarna elke 8 minuten. Moeilijk is het niet, al is de truc om het snel te doen zodat noch kip noch oven teveel afkoelen. Het vereist enige behendigheid.
‘Als de kip gaar is, hoort u een spetterregen in de oven en zwelt de huid om de borst wat op’, zo schrijft almachtige Julia en verdomd als het niet waar is! Tot in detail kloppen haar beschrijvingen en verheugd haal ik mijn kippetje uit de oven. Nimmer eerder zag een kip zo glanzend, zo prachtig goudbruin en manlief weet niet hoe snel hij van de voordeur in de keuken moet staan als de Goddelijke geuren hem bij thuiskomst bereiken. Mooi en leesbaar schrijven is misschien niet haar beste kwaliteit, maar die Julia kent haar kippetjes en weet zeer zeker hoe je deze tot perfectie braadt.
We genieten intens van onze overheerlijke kip met bijpassend garnituur (geroosterde aardappeltjes, boontjes in spek, salade) en zijn de regen vergeten. Kip, het meest veelzijdige stukje vlees, zelfs zonder de pot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten