‘We gaan kamperen!
Dat moet je leren.
Een tentje bouwen,
van doek en touwen.
De school gaat sluiten,
we gaan naar buiten.
En alle boeken worden weggelegd!’
Dat moet je leren.
Een tentje bouwen,
van doek en touwen.
De school gaat sluiten,
we gaan naar buiten.
En alle boeken worden weggelegd!’
Ik was zes jaar, zat in de eerste klas van de basisschool en het was de laatste dag voor de zomervakantie. Juffrouw E. leerde ons dit liedje en nu, een veelvoud van zes jaren (en een beetje..) later, ken ik de woorden van dit liedje nog steeds als de dag van gisteren. Het zijn zo van die dingen die je nooit meer vergeet. De vlinders die ik voelde in mijn buik, de tranen die achter mijn ogen brandden (want na de zomervakantie zou ik mijn lieve juf inruilen voor de strengste tang van de school) en het opwindende gevoel van zes lange weken vrij. Zes lange weken vrij om al die dingen te doen die ik graag wilde doen, of om zelfs helemaal niets te doen, zou ik dat willen. Zes lange weken vakantie…
Vakantie. Alle liedjes over tickets naar de tropen, liedjes die je ooit hoorde in Spaanse disco’s of liedjes die je in huilen uit deden barsten over die verloren vakantieliefde die ergens diep in je hart nog altijd een klein brandend gaatje heeft achtergelaten, kun je tot op de dag van vandaag luidkeels nazingen. Je verleert ze nooit. Maar het opwindende gevoel van het vooruitzicht op lange weken vrij, al die dingen plannen die je al zo lang wilde doen, of gewoon lekker helemaal niets doen, dat echte vakantiegevoel, dat is iets dat je compleet kunt ontgroeien.
Drie lange weken vrij. Luttele weken geleden verlangde ik intens naar onze vakantie. Drie lange weken vrij. Drie lange weken helemaal niets hoeven. Drie lange weken lang van alles willen. Drie lange weken vakantie. Ik liep op het einde van mijn Latijn, werkelijk op mijn tandvlees en de vakantie was zó dichtbij, het gevoel was er bijna. De woorden lagen op het puntje van mijn tong. Maar na jarenlang zorgen voor, zorgen om en vooral maar doorgaan, blijkt ineens helemaal niets hoeven gewoon doodeng!
Het is een mooie zondag in de eerste week van mijn vakantie en ik sta om half negen ’s ochtends drie kilo fondant in 5 tinten roze te kleuren. Gewoon even voor een ‘touch base’ gevoel. Werken. Het brengt wat geld in het laatje, maar bovenal geeft het structuur en vastigheid en een veilig gevoel. Waarom wilde ik ook al weer vakantie? Waarom wilde ik ook al weer weg? Ik ben al zolang niet meer weg geweest, ik weet niet eens meer hoe het moet ik heb geen idee waarheen. Maar manlief heeft een nachtje weg voor zijn verjaardag gevraagd en ik ben vast van plan die wens deze vakantie te vervullen. Wanneer de moed mij in de schoenen zakt, ga ik online en boek het eerste dat het beste blijkt.
Ik neem zelfs een boek mee. Zo een die mij al zo’n twee jaar nieuw vanuit mijn kast ligt aan te staren alsof het schreeuwt ‘lees mij!’. En dat ga ik dan nu maar doen. Ik heb er om precies te zijn al drie woorden in gelezen: Eten Bidden Beminnen. Het begin is er en het lijkt me best een goed boek. Het door manlief vurig gewenste nachtje weg werden er maar liefst twee, het lijkt mij best een goed begin. Het was even heel erg slikken en even heel diep ademhalen, maar het was ook wel even lekker. En het smaakte naar meer.
Drie kilo prachtig roze fondant rust op mijn werkblad. Mijn hoofd voelt weer wat leger, mijn hart klopt wat rustiger en ergens diep in mijn buik fladdert een heel klein vlindertje. Weet je wat, vakantie, het is eigenlijk net als fietsen. Echt verleren doe je het nooit.
Ik leerde dit liedje op de Fröbelschool in 1940 en is mij ook altijd bijgebleven. Ik vroeg mij af of ook het wijsje overeenkomt met mijn herinnering, maar dat is moeilijk te achterhalen.
BeantwoordenVerwijderen