Dit jaar weten dag 2 en 3 mij echter te verrassen als ik wakker word en de zon zie stralen. Wat een licht! De kerstboom moet onmiddellijk het veld ruimen, zodat ik mij achter het raam kan koesteren in de warmte van de zonnestralen. Een uitstekend weertje om met de hond door de velden te struinen! In de boomgaard is het prachtig. Resten sneeuw als littekens in het groen ontluikende landschap. De zon heeft de wolken haar sterke kant laten zien en de strijd gewonnen. Het blauw zegeviert en het ‘riekt’ naar lente! Tegen de schoonheid van een groot pak witte sneeuw kan niets op, maar nadat de wereld wekenlang door een wit kleed is bedekt, merk ik nu pas hoe saai dat eigenlijk ook weer is. Ik heb zo’n behoefte aan groen, aan kleur. Ik geniet ervan hoe alles wat wekenlang dood leek te vriezen, weer dapper zijn groene sprietjes omhoog steekt. Ook de hond geniet van het landschap, maar heeft vooral oog voor het lekkers dat hij aantreft. Hij verheugt zich over het feit dat een hazenkarkas en konijnenbout uitstekend geconserveerd zijn gebleven onder de koude laag sneeuw. Je moet er maar van houden!
Toch ben ik het wel met hem eens dat je van zo’n stevige wandeling door het ontluikende landschap ook stevige trek krijgt. Met de lente in het vooruitzicht loopt het water mij in de mond bij de gedachte aan prachtig rode tomaten, verse kruiden en weelderige gewassen in mijn moestuin. Bij het –tijdelijke- gebrek aan die overvolle moestuin moet ik het doen met de ingrediënten van dit seizoen en iets op tafel toveren waarmee ik mijn Mediterrane gevoel een dagje vast kan houden. Het wordt minestronesoep, de aangeklede versie. Het recept vind je op pagina 136 van mijn kookboek ‘Lekker eten met voedselovergevoeligheid’. Vandaag verrijk ik de soep met spekreepjes, tomaat, geroosterde puntpaprika’s (pagina 132 van ‘Lekker eten’) en Parmezaanse kaas. De spekreepjes gaan als eerste in de pan, de kaas als laatste. Voor een vegetarische (of varkensvleesvrije) versie laat je de spekreepjes gewoon weg. Een Zuid-Europese vriend van mij omschreef die variant eens als ‘a vegetarians dream.. or anyone else’s for that matter’. Daar heb ik niets aan toe te voegen! Of.. misschien toch wel: een fantastische zelfgemaakte focaccia! Gewoon, om mijn zonnige gevoel compleet te maken. Gevuld met geroosterde puntpaprika’s, zonnige tomaatjes en mozzarella. Dat en het mespuntje lente zijn voldoende om de zon ook in huis te doen stralen. En als ik even later mijn niets minder dan perfecte focaccia uit de oven haal, weet ik het zeker: ook de lente begint bij jezelf!
Recept focaccia*:
Ingrediënten:
1 zakje gedroogde gist
500 gram patent tarwebloem
snufje zout
325 ml handwarm water
7 eetlepels olijfolie van goede kwaliteit
1 zakje gedroogde gist
500 gram patent tarwebloem
snufje zout
325 ml handwarm water
7 eetlepels olijfolie van goede kwaliteit
Voor de vulling: alles waar je zin in hebt: rozemarijn met grof zeezout of liever (een combinatie van) ui, olijven, knoflook, (zongedroogde) tomaat, prosciutto of pancetta, mozzarella of Parmezaan.
Bereiding:
Verwarm de oven bijtijds voor op 240°C.
Doe de gist in een kommetje en voeg daar een paar eetlepels handwarm water aan toe. Even doorroeren en een eetlepel bloem toevoegen. Weer even doorroeren en dan laten staan zodat het papje kan gisten en rijzen.
Zeef ondertussen de bloem en voeg het zout toe.
Maak een kuiltje in het bloemmengsel, giet daar het gistpapje in en dek af met nog wat bloem.
Even wachten tot het bloemdakje ‘breekt’ en dan met de rest van het water en 4 eetlepels olijfolie vluchtig kneden tot een mooi glad deeg.
Bestrooi de bovenkant met een beetje bloem en dek de kom af met een theedoek, waarna je het deeg een klein uurtje op een warme plek laat rijzen.
De vulling kun je er daarna vluchtig doorheen kneden, maar je kunt het er ook op leggen of in steken.
Verwarm de oven bijtijds voor op 240°C.
Doe de gist in een kommetje en voeg daar een paar eetlepels handwarm water aan toe. Even doorroeren en een eetlepel bloem toevoegen. Weer even doorroeren en dan laten staan zodat het papje kan gisten en rijzen.
Zeef ondertussen de bloem en voeg het zout toe.
Maak een kuiltje in het bloemmengsel, giet daar het gistpapje in en dek af met nog wat bloem.
Even wachten tot het bloemdakje ‘breekt’ en dan met de rest van het water en 4 eetlepels olijfolie vluchtig kneden tot een mooi glad deeg.
Bestrooi de bovenkant met een beetje bloem en dek de kom af met een theedoek, waarna je het deeg een klein uurtje op een warme plek laat rijzen.
De vulling kun je er daarna vluchtig doorheen kneden, maar je kunt het er ook op leggen of in steken.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Leg het deeg hierop en druk het met je handen voorzichtig uit tot een mooie ovale vorm. Het deeg moet dan nog ruim 1 cm dik zijn.
Doe de resterende 3 eetlepels olijfolie in een kommetje en voeg daar ca. 2 eetlepels handwarm water aan toe.
Doop nu steeds twee vingers in het olijfoliewater mengsel en steek de vingers daarna in het deeg. Steek op die manier het hele deeg vol ‘putjes’.
Je kunt er daarna nog grof zeezout over malen of verse kruiden over strooien, wat je wilt.
Plaats de bakplaat met de focaccia in het midden van de oven, temper de temperatuur tot 220°C en bak de focaccia gedurende 20-25 minuten.
Leg het deeg hierop en druk het met je handen voorzichtig uit tot een mooie ovale vorm. Het deeg moet dan nog ruim 1 cm dik zijn.
Doe de resterende 3 eetlepels olijfolie in een kommetje en voeg daar ca. 2 eetlepels handwarm water aan toe.
Doop nu steeds twee vingers in het olijfoliewater mengsel en steek de vingers daarna in het deeg. Steek op die manier het hele deeg vol ‘putjes’.
Je kunt er daarna nog grof zeezout over malen of verse kruiden over strooien, wat je wilt.
Plaats de bakplaat met de focaccia in het midden van de oven, temper de temperatuur tot 220°C en bak de focaccia gedurende 20-25 minuten.
*Het basisrecept focaccia is o.a. vrij van koemelkeiwit, lactose, kippenei, soja, noten en pinda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten