donderdag 6 januari 2011

Soep

‘Mamma, mijn neusje huilt!’, zei mijn ventje, destijds 1 jaar oud, toen hij verkouden was. Prachtig vind ik het, hoe kinderen met pure eenvoud in de simpelste bewoordingen dingen zo mooi en accuraat weten te omschrijven. Als volwassenen zijn wij dat vaak vergeten en ook als auteur lukt het mij niet altijd om iets zo prachtig en toch zo simpel te verwoorden. Kinderen weten mij vaak te ontroeren en diep in mijn hart te treffen. Zo zei een vriendje van mijn ventje met kerst ‘oh maar Daan is er bij, want met kerst zie je overal sterretjes’ en stond het dochtertje van een vriendin erop om een rode kerstster  te kopen: ‘want rood is zijn lievelingskleur’. Simpel, doeltreffend en oneindig lief. Het warmt mijn hart. Niet alles is een herinnering, soms is het nog heel erg hier en nu.
Zo ook het blog dat gisteravond ineens op het web verschijnt. Zo maar heel spontaan geschreven door iemand die ik op de Margriet Winterfair heb ontmoet. Een mooi mens met – zo blijkt – prachtige woorden. Prachtige woorden over mij. Ik word er stil van. Het geeft mij kracht, zeker op een anderszins troosteloze dag als vandaag. Een dag waarop de hele hemel wel lijkt te huilen. Een dag die volkomen in de soep lijkt te lopen want helaas hebben de negen soorten groenten door mijn macaroni gisteravond niet veel effect meer gehad (behalve dan het feit dat het waanzinnig lekker was). De griep heeft meedogenloos toegeslagen. Ik heb toch al behoorlijk wat rondes overgeslagen dit afgelopen jaar, maar soms is er geen ontkomen aan. Tja, net als het leven eigenlijk. Tot op zekere hoogte bepaal je zelf hoe je leven eruit ziet, maar je hebt niet altijd invloed op de kaarten die het leven je toebedeelt. Wat je wel in de hand hebt, is hoe je ze speelt.
Ik trek een muts over mijn hoofd en hijs mijn grieplijf in mijn winterjas, want griep of geen griep, weer of geen weer, de hond moet uit! Het kortere rondje door de velden vandaag, want het gaat om de buitenlucht en de beweging maar met een lijf dat voelt alsof het de marathon der griepbacillen loopt, hoef ik het niet te overdrijven vandaag. Althans, dat vind ik zelf. Op de terugweg van het veld nog snel even langs de lokale super voor wat boodschappen, want ik heb enorm trek in de verse groentesoep die ik altijd voor mijn ventje maakte: verse runderbouillon met groente*. Bij de supermarkt aangekomen, besef ik onmiddellijk dat mijn timing niet zo handig is. Het tijdstip waarop de school uitgaat. En dat betekent drommen moeders en kinderen. Er zijn zo van die dingen die al langzamerhand uit je systeem verdwijnen. Dit is er één van.
Op hoop van zegen duik ik snel de winkel in, muts diep over mijn hoofd getrokken, in mijn oude jas met joggingpak maar liefst, het kan bijna niet beter. Reeds bij de groente word ik door diverse vriendelijke dorpsgenoten aangesproken die ‘hier of daar’ over mij gelezen hebben en daar enthousiast op reageren. ‘Maar wat zie je er uit!’ Tja. Griep. ‘Maar jij toch niet!’ Moeders (en auteurs blijkbaar) kunnen nu eenmaal niet ziek worden en als je mijn kaarten telt, zou ik eigenlijk de rest van mijn leven verschoond moeten blijven van de griep. Dat zou mooi zijn. Ik snel naar de kassa, verlangend naar mijn verse pan soep en achter mij wordt intussen druk gespeculeerd over ‘welke’ griep ik heb. Of het nu de lokale variant is, of de ‘luxe’ Mexicaanse versie, het is volkomen irrelevant. Griep is griep en je voelt je gewoon waardeloos.
Inmiddels pruttelt de groentesoep op het fornuis – ondanks de griep loopt deze dag dus niet helemaal in de soep-  en met weemoed denk ik terug aan ‘vroeger’. De soep geurt tot buiten aan toe en even is alles weer ‘zoals het hoort’. De voorgesneden soepgroente, is natuurlijk ‘not done’ maar met tranen die inmiddels overal uitlopen, kan ik momenteel niet meer opbrengen. Als kookboekauteur word je echter geacht ‘no matter what’ iets heerlijks op tafel te toveren. Toen ik laatst eens heel druk was en geen tijd had om uitgebreid in de keuken te staan, haalde ik bij de slager van die heerlijke voorgedraaide gehaktballen. Grote, heerlijke ballen die je alleen nog maar hoeft te braden. Onmiddellijk kreeg ik een opmerking van een andere klant ‘bent u niet die kookboek schrijfster? U maakt toch altijd alles zelf?’ Ja, dat is waar. Maar een heel enkel keertje, heb ook ik weleens geen zin en laten we wel wezen, de ‘ballen van de slager’ zijn gewoon héérlijk! Ik zie het als een goede kaart die het leven mij toebedeelt.
Met in gedachten de prachtige woorden van blog auteur ‘J’ die mijn ziel verwarmen en de heerlijke kop soep die mijn lijf verwarmt, denk ik aan dat wat het leven mij heeft ontnomen maar vooral ook aan dat wat het leven mij heeft gebracht en nog steeds elke dag opnieuw weer brengt. Mooie mensen, warme woorden, heerlijke soep en grote ‘ballen’. Ik denk dat als mijn neusje vandaag huilt, ik gewoon maar eens meebrul. Met tranen van vreugde, tranen van verdriet en tranen van die ellendige griep. Blijf maar even uit mijn buurt, het kan zo maar besmettelijk zijn.

*Het recept voor verse bouillon vind je in ‘Lekker eten’ op pagina 30 - 33.

1 opmerking:

  1. prachtige, ontroerende en voor velen herkenbare blog. Bedankt Larisse!!
    Erna

    BeantwoordenVerwijderen